Naar 4.440 meter
Blijf op de hoogte en volg Dicky
25 September 2018 | Nepal, Dingboche
Het is vanmorgen goed koud als ik om vijf uur opsta, ik pak wat spullen, kleed me aan en rommel stil wat om in het donker. Als Kevin wakker wordt, vraagt hij: wat doe jij er om vier uur uit, ja foutje bedankt, ik dacht dat het vijf uur was. Toch ga ik naar beneden, maar daar is niemand en de kachel is ook niet aan, dus duik ik toch maar weer in bed onder mijn -20 slaapzak. Dat houd ik een halfuurtje uit en als ik in het hokje naast ons gestommel hoor, ga ik maar naar beneden. Buiten zijn aan de ene kant de bergen, met daar achter de sterren te zien een prachtig gezicht. Aan de andere kant is er dikke mist. Het is beneden zo koud en donker, dat ik besluit toch nog maar een half uurtje onder de slaapzak te kruipen, met kleren aan. 10 voor zes ga ik weer naar beneden Kevin vind het wel goed en draait zich nog eens om. De mist is voor de groot deel opgetrokken en de zon begint op de witte. Bergtoppen te schijnen. Na een half uur wachten ben ik haast verkleumd en ga naar binnen, gelukkig is er thee en dat gaat er in als, nou ja vul zelf maar in. Om zeven uur nadat we de big bags weer hebben ingepakt, ontbijten we en nadat we een groepsfoto, met op de achtergrond de drie hoge bergen hebben genomen vertrekken we. Of je nu links of rechts kijkt overal is het even mooi. Gelukkig komt er zo nu en dan een kudde yaks aan en heb je even de tijd om op adem te komen. Ik stamp rustig door en loop vooraan, de groep blijft redelijk vaak staan en dat is niet mijn stijl. Om elf uur is de lunch, ik werk een complete maaltijd naar binnen opgebakken aardappelen, groente en ei. Na het eten is het weer door en weer omhoog. Aan de ene kant een waterval, aan de andere kant een diep ravijn en wij lopen over een paadje van een meter breed. Als er een yakkudde aankomt moet je zorgen dat je aan de bergzijde staat anders wordt je in het ravijn gedrukt. De jongen waar het eerst niet zo best met ging, is een stuk beter, helaas is nu een van de dames ziek, pijn in het hoofd, last van de maag, vervelend. Het laatste stuk is op en neer en op en neer tussen de loslopende Yaks door. Een heerlijk gevoel als je een richel overloopt en ineens het hotel ziet liggen, waar je nu twee nachten kan slapen. Geen in -en uitgepak en een minder lange dagtocht. Kevin zit me al boven op een heuvel op te wachten en samen lopen we het hostel binnen. Weer een knus houten gebouwtje met slaapkamers van 2,5 bij 3 meter waar twee houten frames staan met een 7,5 cm schuimmatras er op. Mijn luchtbedje heb ik er gauw weer onder en omdat de zon nog schijnt doe ik ook snel mijn wasje; sokken, onderbroek en shirt. Ophangen lukt helaas niet meer dan morgen maar. Daarna gelijk een pot thee besteld en lekker warm worden. Kevin bestelt nog wat loempia’s en die vallen er goed in. Later op de middag loop ik met Rick even naar de hoogste pool hal van de wereld, we doen niet een potje, maar wel een biertje. Rick is diegene die zo ziek was, maar hij is weer het heertje. Als we terugkomen hebben ze het kacheltje aan en zitten we lekker knus in de eetzaal. Twee loempia’s met patat staat er voor mij vanavond op het menu. Na het eten zakt iedereen door het hete kacheltje, als een plumpudding in elkaar. Ik besluit maar eens heel vroeg op bed te gaan, misschien lukt het om het klokje rond te slapen. Morgen doen we acclamatie wandeling 400 meter omhoog jullie horen morgen meer, trusten.